Arbeitsblatt: Novemberschnee

Novemberschnee Kapitel 1 (Seite 5-8) Fragen Kapitel 1 1. Waarom moest Lina met blokfluitles stoppen? (pagina 5) 2. Hoe heten de vrienden van Lina? (pagina 5) 3. Waar kwamen de drie vrienden steeds bij elkaar? (pagina 6) 4. Wie maakte de graffitis op de muren van de hut? (pagina 6) 5. Met wie was Lina eerst samen? (pagina 7) 6. Hoe noemden zij Jurij op school? (pagina 7) 7. Waar kwam Jurij oorspronkelijk vandaan? (pagina 7) 8. Wat deed Jurij illegaal? (pagina 7) 9. Waarom beëindigde Lina de relatie met Jurij? (pagina 7) 10. Hoe lang waren Lina en Jurij samen? (pagina 7) 11. Op welke plaats kwamen de jongeren na school vaak bij elkaar? (pagina 7) 12. Welke eigenschap past bij Tom? (pagina 7) bärenstark 13. künstlerisch eifersüchtig Waarom stond Tom al voor de rechter? (pagina 8) 1 Novemberschnee Kapitel 2 (Seite 9-12) Fragen Kapitel 2 1. Hoe zegt Tom in het Duits dat hij weggaat? (pagina 9) 2. Welk land noemt Jurij als Lina en Tom al op het punt staan om te vertrekken? (pagina 9) 3. Waarom willen zij naar Australië? (pagina 9-10) 4. Wat is het plan om aan het geld voor de reis naar Australië te komen? (pagina 10) 5. Is het plan echt of zien zij dat alleen maar als een spelletje? (pagina 10) 6. Wat is de naam van de bank? (pagina 10) 7. Wanneer was de beste tijdstip om de bank te overvallen? (pagina 11) 8. Waar oefenden zij voor de overval? (pagina 11) 9. Waarom wil Lina niet dat Jurij een vluchtauto organiseert? (pagina 12) 2 Novemberschnee Kapitel 3 (Seite 13-17) Fragen Kapitel 3 1. Wat voor weer is op die woensdag ochtend? (pagina 13) 2. Wat willen zij controleren als zij op die morgen naar de Sparkasse rijden? (pagina 13) 3. Waarom word Lina plotseling bang? (pagina 14) 4. Nemen zij de pistolen mee? (pagina 14) 5. Waarom gaan zij niet onmiddellijk de bank binnen? (pagina 14) 6. Wie gaat de bank binnen? (pagina 15) 7. Hoeveel medewerkers zijn er in de bank? (pagina 16) 8. Hoe veranderd Tom in een bankrover? (pagina 16) 9. Waar doet Tom het Geld heen dat de medewerker hem overhandigd? (pagina 17) 10. Geeft Tom het geld terug? (pagina 17) 3 Novemberschnee Kapitel 4 (Seite 18-23) Fragen Kapitel 4 1. Waar vluchten Lina, Jurij en Tom heen na de bankoverval? (pagina 18-19) 2. Hoe beschrijft Lina Tom nu? (pagina 19) 3. Hoeveel geld hebben zij buitgemaakt? (pagina 19) 4. Hoe is de sfeer tussen de vrienden? (pagina 19-20) 5. Waarom moeten zij uit de hut vluchten? (pagina 21) 6. Wie is zijn muts in de hut vergeten? (pagina 22) 7. Welk voertuig gebruiken zij om verder te vluchten? (pagina 22-23) 4 Novemberschnee Kapitel 5 (Seite 24–31) Fragen Kapitel 5 1. Wat wordt Lina in de auto duidelijk? 2. Hoe is de situatie op de weg? 3. Wat gebeurt er, als ze een politieauto tegenkomen? 4. Hoe reageert Jurij? 5. Wat is het eerste dat Jurij zegt? 6. Wat doet hij vervolgens? 7. Waarom stapt Jurij uit? 8. Gaan ze hun ouders bellen? 9. Kan Lina in de auto slapen? 10. Wat is er mis met de auto? 11. Wat doen ze met de auto? 12. Waarom wil Tom zich niet melden bij de politie? 13. Wat heeft Tom gedaan? 5 Novemberschnee 14. Waar gaan ze nu heen? 15. Hoe ziet het gebouw er aan de buitenkant uit? 16. En van binnen? 17. Hoe denkt Lina over Tom en Jurij? 6 Novemberschnee Kapitel 6 (Seite 32-36) Fragen Kapitel 6 1. Hoe is de thuissituatie van Lina? 2. Wat doet haar vader voor de kost? 3. Wat doet haar moeder voor de kost? 4. Hoe waren de ouders van Tom en Jurij? 5. Hoe is het weer de volgende dag? 6. Hoe voelt Lina zich? 7. Hoe is het met de knie van Jurij? 8. Wat is het voorstel van Tom? 9. Wie gaat eten halen? 10. Wat moet er allemaal gehaald worden? 7 Novemberschnee Kapitel 7 (Seite 37-43) Fragen Kapitel 7 1. Wat doet Lina tegen de kou? 2. Door wie wordt Lina aangesproken? 3. Wat is de reactie van Lina? 4. Is dat haar normale reactie? 5. Waar komt Lina uiteindelijk uit? 6. Waarom herkent Lina de plek? 7. Waar zijn ze (geografisch)? 8. Hoe ziet Linas spiegelbeeld eruit? 9. Wat koopt Lina allemaal? 10. Krijgt ze Jurijs medicijn mee? 11. Wat staat er in de krant? 12. Wat zegt de krantenverkoper? 13. Wat doet Lina vervolgens? 8 Novemberschnee 14. Hoe reageren de ouders van Lina? 15. Hoe verloopt de terugtocht? 9 Novemberschnee Kapitel 8 (Seite 44-49) Fragen Kapitel 8 1. Wat is er bijzonder? 2. Wie ziet Lina als eerste als ze binnenkomt? Kapitel 9 (Seite 50-54) 1.Is het een echt pistool of een waterpistool dat Tom gebruikt? (S.51) 2.Omschrijf de ruzie tussen Tom en Jurij (S.53) 3.2 schoten. Wie zijn er getroffen? En met welk gevolg? (S.53) Kapitel 10 (Seite 55-59) 10 Novemberschnee 1.Wie sluipen er rond Die alte Mühle (S.56) 2.Waarom voelt Lina zich goed bij Tom? (S.59) Kapitel 11 (Seite 60-65) 1.Geef 2 redenen waarom Tom huilt? (S.61) 2.Wie brengt Lina naar de dichtstbijzijnde huisartsenpost? (S. 62) 3.Waarom is de vrouw van de huisarts in eerste instantie niet zo vriendelijk? (S.63/64) 4.Wat weet je over de huisarts? (S. 64) Kapitel 12 (Seite 66-69) 1.Hoeveel dagen is Lina al op de vlucht? (S.66) 2,Waarom ziet Die alte Mühle er zo verwaarloosd uit? (S.67) 3.Hoe verzorgt de arts Tom? (S.67/68) 4.Hoe ziet de schotwond eruit? (S.68) 11 Novemberschnee Kapitel 13 (Seite 70-74) 1. Wie heeft de politie gewaarschuwd? (S.70) 2. Als Lina het lichaam van Jurij ziet, maakt ze een vergelijking, welke? (S.71) 3.Waarom mag Lina niet naar huis? (S.72) 4.Waarom gaat Lina eerst naar het ziekenhuis? (S.73/74) Kapitel 14 (Seite 75-78) 1. Wat is de hoofdaanklacht tegen Lina? (S.75/76) 2.Welke verwijten maken Lina, de vader van Lina en de moeder van Lina zich? (S.76) 3. Welke straf lijkt Lina te krijgen? En hoe noemen ze haar in de krant? (S.77) Epilog (Seite 79) 1. Vertaal de eerste 2 alineas van het nawoord (de epiloog) (S.79) 12